Hoefbevangenheid – begrijp het, herken het, help je paard herstellen
Hoefbevangenheid is een van de meest pijnlijke aandoeningen van de hoef. Gelukkig kun je als eigenaar veel doen om het te voorkomen of vroeg te herkennen.
Wat is hoefbevangenheid?
In de hoef van je paard zit het hoefbeen stevig vast aan de binnenwand via een fijn netwerk van lamellen.
Bij hoefbevangenheid raken die lamellen ontstoken en verzwakken ze. Daardoor verliest het hoefbeen zijn ophanging en kan het kantelen of iets zakken – een pijnlijk proces dat snel moet worden gestopt.
De oorzaak ligt meestal niet alleen in de hoef zelf, maar in het hele lichaam.
Veel voorkomende triggers zijn:
Overgewicht of plotselinge gewichtstoename
Suikerrijk gras (voorjaar, na koude nachten)
Hormonale problemen zoals PPID (Cushing) of insulineresistentie
Overbelasting van de hoeven
Hoefbevangenheid is een gevolg, geen losstaand probleem. De echte oorzaak aanpakken is altijd stap één.
Zo herken je de signalen
Vroege herkenning is de sleutel. Hoe sneller je ingrijpt, hoe beter de kans op herstel.
Let op deze waarschuwingssignalen:
Warm aanvoelende hoeven
Een kloppende pols boven de koot
Stijf lopen, vooral bij draaien
Een typische “achterovergeleunde” houding
Veranderingen in hoefvorm of groeilijnen
Herken je één of meer van deze signalen? Bel direct je dierenarts en hoefsmid.
Subklinisch bevangen: het kan al veel langer sluimeren…
Soms speelt hoefbevangenheid al op de achtergrond zonder dat je het merkt. De stofwisseling van je paard raakt uit balans en in de hoeven beginnen subtiele veranderingen.
Er is nog geen pijn of kreupelheid, maar het lichaam waarschuwt al.
Wie in dit stadium de signalen herkent – zoals overgewicht, stijve beweging of snelle hoefgroei aan de hielen – kan een echte aanval vaak voorkomen. Als je minstens 4 van de volgende symptomen kunt aanvinken, kan er sprake zijn van subklinische bevangenheid. Het is dan aan te raden om contact op te nemen met de dierenarts.
Soms gevoelig lopen
Om en om de voorhoeven belasten
Horizontale/golvende lijnen in de hoefwand
Verbrede witte lijn
Terugkerende rotstraal of schimmels in de hoef
Platte zool en zoolkneuzingen
Luchtwegproblemen
Wisselende mest
Verandering in gedrag
Jeuk
Vieze of tranende ogen
Vetophopingen (hals, schouder, boven de ogen, staartaanzet, rond uier/koker)
Wat kun je doen – stap voor stap
1. Rust en comfort
Zet je paard op zachte, vlakke bodem.
Beperk beweging in de eerste dagen.
Koel de hoeven (in overleg met de dierenarts).
Haal krachtvoer en rijk gras direct weg.
2. Professionele hulp
Laat dierenarts en hoefsmid samen het behandelplan bepalen.
Röntgenfoto’s helpen om de positie van het hoefbeen te beoordelen.
Goede pijnstilling en regelmatig bekappen zijn essentieel.
3. Herstel ondersteunen
Geef alleen hooi met laag suikergehalte (eventueel geweekt).
Houd het rantsoen sober en constant.
Plan regelmatige bekapping om de hoefbalans te behouden.
Stimuleer rustige beweging zodra het paard weer comfortabel is.
4. Voorkomen dat het terugkomt
Houd je paard slank: vetophoping bij manenkam of staartbasis is een waarschuwingssignaal.
Beperk weidegang in het voorjaar en na koude nachten.
Gebruik eventueel een graasmasker of paddock met hooinet.
Laat de hoefsmid elke 4–6 weken komen voor onderhoud.
Controleer regelmatig op warmte, pols en stand.
Hoelang duurt herstel?
Herstel is een langzaam proces: een hoef doet er ongeveer een jaar over om volledig uit te groeien.
Elke nieuwe rechte groeiring aan de kroonrand is een teken van vooruitgang.
Met geduld, goed management en samenwerking tussen eigenaar, hoefsmid en dierenarts kan een paard vaak weer comfortabel bewegen en een goed leven leiden.
Wanneer direct hulp inschakelen
Bel je dierenarts direct bij:
Plotselinge kreupelheid aan meerdere benen
Warme hoeven en een kloppende pols
Zichtbare pijn of een afwijkende stand
Geen verbetering binnen 24 uur

